vrijdag

De Videoanalyse (TennisZooi, gepubliceerd in clubblad Z.T.C, september 2009)

Al een aantal keer heb ik onze tennisleraar gevraagd, of hij videobeelden van mijn tennislessen wil maken. Nee, ik ben niet masochistisch, maar ik denk wel dat ik er een hoop van kan leren. Ik wil wel eens zien hoe mijn forehand, backhand, service, volley en smash eruit zien. Maar ik ben vooral benieuwd naar mijn voetenwerk, of eigenlijk naar het gebrek daaraan. Helaas wil Remco (de tennisleraar) niet investeren in mijn potentiële lichtvoetigheid en stelt hij de aanschaf van een nieuwe - de oude is kapot - camera nog steeds uit.

Regelmatig zie ik op televisie prachtige slow-motions van het onderstel van de man met het meest briljante voetenwerk ooit; Roger Federer. Die jongen zweeft over de baan en staat negenennegentig van de honderd keer goed voor/achter de bal en dan is het slaan van een meesterlijke forehand een makkie, tenzij hij ruimte maakt voor een backhand. Dan is een backhand een eitje. In theorie.

Nou is Federer ook maar een mens, want tijdens de finale van de U.S. Open kreeg hij vreselijk op zijn donder van een van de commentatoren van Sporza (VRT). Roger moest van Carl Maes ophouden met het slaan van hoge backhand-topspinballen op de forehand van Juan Martin Del Potro, want die knalde Juan genadeloos weg. Helaas zijn genieën eigenwijs en luisterde Roger niet naar Carl. Dat werd zijn ondergang.

Maar goed, het voetenwerk van Roger Federer dus. Ik vermoed dat ik daar niet bij in de buurt kom, maar wat doe ik dan wel op de baan? De eerstvolgende keer dat ik een of ander wedstrijdje speel, neem ik mijn 5.1 pixel cameraatje mee en vraag een betrouwbare toeschouwer of een aardige politieagent of hij een filmpje van mij wil schieten. Het liefst tijdens een rally. Met een close up van mijn voeten, ja.

Met mijn geavanceerde apparatuur kan ik het filmpje op mijn televisie afspelen. Hoef ik alleen Marcella Mesker, Jacco Eltingh en Jan van Halst nog maar uit te nodigen voor een grondige analyse van de beweeglijkheid van mijn onderdanen. Als ze zien dat ik mijn racket verkeerd vasthoud mogen ze dat natuurlijk ook zeggen. Ik sta altijd open voor kritiek, nietwaar? En nou niet meteen over geiten beginnen, want daar heb ik echt verstand van.
Wellus.